Dominee had mij verteld dat hij niet begreep hoe mensen altijd zo snel het lokaal konden verlaten. Altijd wanneer hij opstond en om zich heen keek, bleek iedereen al te zijn verdwenen. Hoe deden die mensen dat? ‘Tja,’ had ik gezegd, terwijl ik me in hem probeerde in te leven. Ik was namelijk zo iemand die zich afvroeg hoe je het voor elkaar kon krijgen om altijd de laatste te zijn.
Normaal was Dominee de laatste, maar voor deze opdracht was Troetelbeer degene die op zich liet wachtten. Met zijn drieën zaten we in het koffiehok zonder koffieapparaat. Het was een kleine ruimte met een aanrecht, net als in de onderliggende kamer, alleen had deze geen koffieapparaat. Het was Caller die de kamer voor ons had gescoord. Zodra de cursusleider de opdracht had verkondigd, was zij als eerste het lokaal uit gevlogen. Met deze opdracht viel namelijk een boek te winnen. De cursusleider deed het winnende groepje zijn tweede boek cadeau.
Dominee zat met zijn neus in het eerste boek. ‘Hier staat dat je ieder Six Sigma-project begint met een VOC-analyse, waarbij VOC staat voor Voice of the Customer.’ Hij citeerde: ‘Als opdrachtnemer moet je ervoor zorgen dat je de subjectieve kwaliteitswensen van de opdrachtgever vertaalt naar concrete eisen.’
‘We moeten dus de wensen van de opdrachtgever opschrijven en ze daarna concreet gaan maken,’ constateerde Dominee, waarna hij een korte pauze liet vallen. ‘Wat is ook alweer Six Sigma?’
‘Volgens mij is dat een verzameling tools waarmee je processen kunt optimaliseren.’ Ik haatte het woord tools en nu gebruikte ik het zelf ook al. ‘Het enige dat ik ervan weet is dat de cursusleider er een groot fan van is,’ voegde ik eraan toe.
Caller zou zichzelf niet zijn geweest als ze op Troetelbeer was gaan zitten wachtten, zeker nu er iets te winnen viel, dus trok de dop van de stift en schreef bovenaan het meegenomen flipoverpapier ‘App om in een restaurant eten te bestellen’, want dat was de werkelijke opdracht. Daarna harkte ze de meegenomen blokjes met geeltjes en blauwtjes naar zich toe. Terwijl de stift boven het gele blokje bleef zweven, gaf Caller de aftrap. ‘Welke functies moet onze app bevatten?’ De eerste functie reikte ze meteen zelf aan. ‘Je moet het menu kunnen zien. Eens?’
‘Eens,’ zei ik.
‘Ja,’ zei Dominee, terwijl hij vrolijk begon te lachen. ‘Dat lijkt me wel handig als je eten wil bestellen.’
‘Menu,’ zei Caller terwijl ze het op een geeltje schreef. De blauwtjes waren bedoeld ter verdieping van de geeltjes. Op het geeltje schreef je de functie, zoals de opdrachtgever hem zou verwoordden. Daarna plakte je er een blauwtje bij waarop je de vertaling schreef waar je als functioneel beheerder mee uit de voeten kon. Als je een snelle website wilde dan schreef je op het blauwtje aan welke snelheid het moest voldoen. Alleen wanneer je klantwensen op die manier meetbaar had meten te maken, zou je de kwaliteit van een functie kunnen waarborgen.
‘Zullen we eerst alle geeltjes doen?’ vroeg ik.
‘Goed,’ zei Caller.
Menu leek me niet specifiek genoeg, zodat ik erop doorging. ‘Willen we het hele menu in één keer zien of willen we bijvoorbeeld losse tabs met drinken, hoofdgerechten, bijgerechten en desserts? Of misschien willen we de keuze hebben. Als we meer dan honderd producten aanbieden dan willen we verschillende tabbladen kunnen inrichten, zoiets?’
‘Tabbladen/menu-indeling,’ zei Caller, terwijl ze het op een geeltje schreef. ‘Wijzigbaar,’ zei-schreef ze in één adem door, ‘want we willen het menu zelf kunnen onderhouden en wijzigen.’
‘Klanten moeten kunnen selecteren en bestellen,’ zei ik. ‘En het moet er ergens anders weer uitkomen, in de keuken ofzo,’ vulde Dominee aan. ‘En er moet betaald kunnen worden,’ zei Caller. ‘En ze moeten hun keuze kunnen wijzigen, voordat er besteld is,’ vulde ik aan. ‘En wijzigen,’ voegde Caller toe aan het briefje waarop ze ‘selecteren’ had geschreven. Alles wat ze zei-schreef klonk nog meer als onehundredandeighty! dan anders. We zaten in een flow en gingen winnen.
Troetelbeer kwam de koffiehoek binnengelopen met zijn allergrootste glimmende lach. ‘Ik heb de app al klaar,’ glimde hij triomfantelijk, terwijl hij met zijn schriftje zwaaide. ‘Ik denk dat we hiermee de opdracht gaan winnen!’ Hij schertste een beetje, maar hij meende het wel. Dankzij Google was ik erachter waarom Troeltelbeer de groepsopdrachten soms in zijn eentje begon. De kleur Blauw ‘doet dingen het liefst zelf zodat hij weet dat het aan zijn hoge standaard zal voldoen.’ (patrickschriel) Even stelde ik me voor hoe een groepsopdracht met vier blauwen eruit ziet. Tot Troetelbeer aanschoof en zijn schriftje op de tafel legde. We keken naar het schriftje. Ons had hij in ieder geval benieuwd gemaakt!
Troetelbeer keek de tafel rond. ‘Hoe zullen we dit doen? Zal ik jullie ermee doorheen nemen?’
Pas op dat moment werd voelbaar wat het voor de groep betekende als iemand zijn eigen ding deed. Met zijn drieën hadden we middenin de opdracht gezeten. Nu werden we daaruit getrokken, Troetelbeers schriftje in. Dat voelde als tot stilstand komen. Waarschijnlijk vielen we daarom even stil, tot ik het pragmatische voorstel deed dat we ons niet over zijn schriftje gingen buigen, maar hij zijn punten kon inbrengen. Eigenlijk precies zoals we net hadden gedaan. Iemand riep, de rest kon reageren en Caller zei-schreef.