Ons groepje had de halve opdracht voltooid. Het eerste lijstje dat we moesten maken hadden we opgevat als de velden die je op een meldingsformulier uitvraagt, maar er moest nog een tweede lijstje gemaakt worden. Wat zouden we daarmee doen?
‘Hier staat iets heel anders,’ zei Dominee, die ondertussen de juiste pagina in het boek had gevonden. Dominee was een man van het geschreven woord en begon bij iedere opdracht direct in het boek te bladeren, op zoek naar de juiste uitleg. Hij begon ons te verklaren: ‘Op pagina 81 staat de kop ‘Beschrijving van de trigger’ en dan volgt er een lijstje met dingen die je van de trigger wil weten: doel, prioriteit, impact, stakeholders, mogelijke oplossing.’
‘Oké,’ zei ik, ‘dus in het boek wordt van de trigger niet opgevat als een meldingsformulier, maar als een analyse van dat formulier. Staat er in het boek ook aan wat voor dingen we moeten denken bij het lijstje over de trigger?
Dominee begon weer te bladeren. ‘Nee,’ zei hij na een tijdje. ‘Dat zie ik niet staan.’
‘Wat zullen we doen?’ vroeg ik. ‘Nemen we het lijstje uit het boek over en zetten we die dan naast het lijstje dat we al hebben? Dan hebben we in ieder geval twee lijstjes.’ Aangezien het er niet naar uit had gezien dat ik de opdracht nog ging begrijpen, had ik het losgelaten. Het maakte voor mij niet meer uit wat de bedoeling was. In plaats daarvan was ik op mijn pragmatische stoel gaan zitten: roeien met de riemen die we hadden. Doe maar wat dan hebben we tenminste wat en horen we straks wel wat de bedoeling was. Pragmatisch.
Troetelbeer was het er niet helemaal mee eens. ‘Staat dit in het boek echt onder beschrijving van de trigger? Ik zou dit in de kolom over de trigger willen hebben.’
Ik hoorde abracadabra. ‘Prima,’ zei ik.
We hadden twee lijstjes. Klaar.
‘Koffie!’ riep ik uit. Ik stond op om koffie te halen. Een bakkie troost. Voor mij voelde ons groepje overigens ook als een bakkie troost. Wanneer we voor een lange opdracht het cursuslokaal ontvluchtten en een eigen plekje opzochten dan was het meteen gezellig. Caller dacht dat de cursusleider ons groepje een middelbare schoolklasje vond. Ik dacht dat zoiets soms even nodig was om de moed erin te houden.
Toen ik terugkwam met mijn koffie waren de andere twee groepjes terug in het cursuslokaal en stond de cursusleider in de houding aan de kop van de tafel. Zodra ik ging zitten, klikte hij door naar de volgende slide van zijn presentatie. Op het scherm verscheen de tekst: ‘Wat willen we weten van de trigger?’ Daaronder stond een lijstje met vier bullets: wie dient hem in; wat is de titel; wat is de beschrijving; wat is de herkomst (organisatie of extern).
We hadden hem goed!
Het wachtten was op de slide met de tekst: ‘Wat willen we weten over de trigger?’ Ik was razend benieuwd, want ik wilde het nu eindelijk weleens weten! Even later verscheen de slide op het scherm met een lijstje met vijf bullets: doel; prioriteit; impact; stakeholders; mogelijke oplossing.
Oké, constateerde ik. Het lijstje dat op het scherm werd getoond onder de kop over de trigger, stond in het boek onder de kop van de trigger. I rest my case. Deze opdracht ging voor mij de boeken in als degene die ging over het verschil tussen ‘van’ en ‘over’ en daarmee uit. Over en uit.
De cursusleider verklapte ons hoe hij het voor zichzelf onthield. ‘Wat je hier eigenlijk doet is een impactanalyse light maken, zo noem ik het altijd.’
Ineens wist de cursusleider het heel helder te verwoorden en daardoor snapte ik eindelijk de opdracht. We moesten één lijstje maken met de gegevens die nodig waren om een signaal/trigger te kunnen vastleggen en een tweede lijstje met de gegevens die nodig waren om een impactbepaling te kunnen maken. Helder!
‘Ik vond dit wel een moeilijke opdracht,’ zei de niet-Brabantse vanaf haar kopse zijde. ‘Vanwege het abstractieniveau.’
‘Ja,’ beaamde de cursusleider, ‘dit is ook heel abstract en abstracte dingen zijn moeilijk te bevatten.’
Abstract? In mijn hoofd zette ik er een vraagteken achter. Stel dat de cursusleider ons had gevraagd om twee lijstjes te maken. Ten eerste een lijstje met de informatie die we van de bron wilden ontvangen en ten tweede een lijstje met de informatie die we vervolgens nog wilden onderzoeken over de trigger, een zogezegde impactanalyse light. Zou het dan abstract zijn geweest? Ik denk het niet. De opdracht was niet abstract, het was gewoon onduidelijk. Stel dat iemand van de cursisten aangeeft het onderscheid tussen ‘van’ en ‘over’ niet te snappen, wanneer je de cursusleider bent dan zeg je dat dat klopt, omdat we dat met deze opdracht aan het oefenen zijn. Daarna loop je de deur uit. Meer kun je er als cursusleider immers niet over zeggen. Voor mij was het alsof we de functioneel beheervariant van geen ja en nee zeggen speelden. We zeggen alleen van en over.