Étroubles is een Italiaans dorp met minder dan 500 inwoners. Het ligt net over de Zwitserse grens en wordt aan alle kanten omringd door bergen. Ideaal voor bergwandelaars. Het dorp telt twee hotels, met hun gevelbekleding van donkerbruine houten planken en het nodige houtsnijwerk passen ze naadloos in het Alpenlandschap. Aan de grote balkons hangen bloembakken vol rode bloemen.
Volgens de stichting ‘i Borghi più belli d’Italia’ (De mooiste dorpjes van Italië) behoort Étroubles tot de 50 mooiste dorpen van Italië. Vanwege de ligging natuurlijk, maar ook vanwege het karakteristieke centrum. Kom je echter voor het dorpje in plaats van voor de Alpenwandelingen, dan ziet het plaatje er in eerste instantie echter niet al te fraai uit.
Dwars door Étroubles loopt de autoweg. Niet in een rechte lijn, maar kronkelend. Als een zwart sieraad. Van bovenaf lijkt het kleine plaatsje daardoor meer asfalt dan dorp. De huizen in het centrum hebben grauwe leistenen daken. Naast de autoweg is er maar één gebouw dat ertegen afsteekt: het gepleisterde kerkje met roze kleuraccenten op de gevel.
Deze barokke kerk is ‘nieuw’, uit 1815. De oorspronkelijke kerk zal waarschijnlijk eind van de twaalfde eeuw hebben gedateerd. Tegen de barokke kerkgevel staat een heiligenbeeld, volledig uit hout gesneden. Het beeld past beter in de etalage van een winkeltje met houtsnijwerk dan tegen de gevel van een barokke kerkfaçade. Ooit, in de middeleeuwen, heeft er ongetwijfeld zo’n soort houten beeld bij de toenmalige kerk gestaan. Daarom staat er nu dit houten beeld: omdat het past bij ‘het merk’ Étroubles als middeleeuws dorp.
De dorpskerk bediende de dorpsbewoners, maar moet met name in de middeleeuwen ook door vele pelgrims zijn aangedaan. Étroubles ligt namelijk op de weg van Canterbury naar Rome, de via Francigene.
De huisjes van het oorspronkelijke dorp lijken niet op de twee Alpenhotels. De muren zijn ongestuct en er is geen houten gevelbekleding. De muren zijn gemaakt door rotsblokken te stapelen. Huisjes werden tegen elkaar aan gebouwd, kronkelende steegjes en trapjes overlatend. Auto’s kunnen er niet doorheen.
Het centrum is te klein om te verdwalen, maar bijzonder genoeg om je even het gevoel dat je ronddwaalt in de middeleeuwen. Huizen werden toen niet aan de wegen gebouwd, want de weg was er enkel om van de ene plaats in de andere te komen. De dorpjes zelf werden ongestructureerd volgebouwd en dat is het gevoel wat Étroubles heeft behouden.
Ook al kun je er niet verdwalen, er is wel een route uitgezet voor toeristen. Houten borden met wit geschilderde pijlen erop zijn her en der opgehangen. Ze leiden langs de moderne beeldhouwwerken die verspreid door Étroubles zijn geplaatst. In de tuintjes van sommige huizen staan grote houtgesneden beelden en sommige huisjes worden verhuurd als B&B. Ik moet bekennen dat ik ook wel in zo’n huisje had willen slapen in plaats van in het Alpenhotel. Al vraag ik me wel af wat dat betekent voor Étroubles. Wanneer gaat het de grens over van dorpje naar attractie?