Na wat berichtjes over en weer te hebben gestuurd, gaf de Muze me haar nummer. ‘Ik weet niet of dit hoort, maar zullen we verder gaan via WhatsApp?’
Ik stuurde haar een berichtje op WhatsApp. ‘Stel dat het niet hoort om verder te gaan via Whatsapp, hoe zouden we dan verder kunnen gaan?’ Knipoog.
De Muze moest er niet om lachen, maar antwoordde blij. ‘Wat leuk!’ Lachende smiley.
We gingen verder met ons gesprek en waren het eens over wat een geslaagde avond tot een geslaagde avond maakt (allebei: de mensen). De Muze kon geweldig genieten van nieuwe ontmoetingen, terwijl ik liever afsprak met vrienden. Ik schaarde het kiezen van een restaurant onder keuzestress, zij was benieuwd hoe dat kwam en vroeg me of ik dat wilde delen. Daarna bedankte ze me voor het delen. Ze was iemand die anderen bedankte daarna voor het delen. De vriendelijkheid naar anderen toe, zoals die schuilging in haar bedankjes, was er ook voor zichzelf. Ze kon trots zijn op de kleine dingen: toch maar weer gekookt vanavond!
Waar de Muze wél om moest lachen, waren mijn navigatiekunsten. Preciezer gezegd, de prestatie om in 1 week tijd 2x naar de verkeerde plek te rijden. De eerste keer had ik in Google maps de juiste straat ingevuld, maar was ik vergeten om ook de plaats in te vullen. Ik had al wel het idee dat het niet helemaal goedging, maar pas toen ik bij Utrecht moest afslaan wist ik het zeker. De tweede keer had ik een koffietentje voorgesteld in een buurt waar ik zelden kwam. Vervolgens was ik blind die kant op gefietst en had ik bij het verkeerde koffietentje gedacht dat dit het vast moest zijn.
De Muze moest er zo om lachen, omdat het haar ook had kunnen overkomen. Zij was iemand van het impulsieve enthousiasme, dus dan bezin je niet altijd voor je begint. Soms ben je gewoon te enthousiast. De Muze was ook van de cabrio’s, wijntjes en dineren in ‘t Gooi. Ik denk dat als zij in een chique setting een champagnetoren zou hebben zien overstromen, omdat de champagneman doorschonk terwijl hij had moeten stoppen, ze er hartelijk om zou hebben moeten lachen. Zelfs als er een figuur zou zijn opgedoken die zich onderaan de toren gooide, als redder in nood met open mond om de champagne niet te verspillen. De meeste mensen in die setting zouden dat verschrikkelijk hebben gevonden, maar de Muze niet. Zij zou de impulsiviteit van die man als iets moois hebben gezien en er hartelijk om hebben moeten lachen. Altijd toelachen, nooit uitlachen. Weer een verhaal rijker om te vertellen. Zo iemand was zij. Door alles wat er gebeurde voelde zij zich een stukje rijker.
Aan mij vroeg de Muze of ik er ook in geloofde dat geen enkel mens zomaar op je pad kwam, maar dat iedere ontmoeting je iets bracht. Geloofde ik dat dingen voorbestemd waren?
‘Nee,’ antwoordde ik. ‘Ik geloof niet dat iedereen met een reden op je pad komt. Ik geloof er daarmee ook niet in dat dingen voorbestemd zijn. Misschien dat ‘voorbestemd’ het heel goed doet in een gedicht, maar ik vind het vooral een heel niet-poëtisch begrip. Als alles is voorbestemd dan haalt dat de poëzie uit het leven. En hoe zit dat bij jou, geloof jij er wel in dat alles is voorbestemd?’
De Muze wist het nog niet, maar ze was het aan het onderzoeken. Ze was een hele hoop dingen aan het onderzoeken. Eén van die exploraties besloeg de datingapps. Ze had zichzelf tot doel gesteld om een nieuwe impuls aan haar leven te geven. Daarom had ze verleden week 3 apps gedownload om te kijken wat die haar zouden brengen op het gebied van nieuwe ontmoetingen buiten haar vaste bewegingssferen. Ze was er helemaal klaar mee, want op mij na had ze alleen maar oppervlakkigheid gevonden.
Ik begreep haar aversie tegen de datingapps, maar voelde bovenal bewondering voor haar doelgerichtheid. Zij had de datingapps gedownload met een doel voorogen (om een impuls aan haar leven te geven), terwijl ik niet zo doelgericht was. Ik dacht dat ik daarom ook makkelijker op de app bleef hangen dan zij, omdat ik eerder resultaatgericht was dan doelgericht.
Een doel gaat over je motivatie: waarom doe je iets, welke verandering wil je teweegbrengen? Het resultaat is datgene wat is uit te drukken in tijd en aantallen. Een doel valt altijd te vertalen naar een gewenst resultaat. Er zijn mensen die niet langer alleen willen zijn (doel) en die op de app verwachten dat ze deze ene persoon zullen ontmoeten (resultaat). Zo had de Muze een impuls aan haar leven willen geven (doel) en gedacht dat ze in week tijd meerdere inspirerende gesprekken zou gehad (resultaat).
Ik had geen verandering die ik graag wilde bewerkstellingen en dat maakte mij doelloos. Althans, in die zin dat ik niet meteen het ‘waarom’ kon benoemen: waarom zat ik op die app? Ik wist het niet precies. Maar resultaatgericht voelde ik me wel. In die zin dat het leuk is om matches te hebben en dan maar eens te zien wie het is. Stel dat ik in een maand tijd geen enkele match zou hebben dan zou ik er wel klaar mee zijn geweest. Zonder resultaat dan is de prikkel weg.
Ik zou prima met de Muze een avondje in een café hebben kunnen zitten (mits het geen chique café was, want dan zit ik niet prima). Ze was een interessante gesprekspartner die over dingen nadacht, vragen stelde, ambitieus was, doelen stelde, zichzelf uitdaagde, van kunst hield én kunst maakte. Tegelijk waren we als 2 tekenfilmfiguren die je niet in dezelfde tekenfilm moest proberen te krijgen vanwege een niet te overbruggen stijlbreuk. We waren geen match, we leefden in andere werelden. Toch prikkelde ze me. De Muze voelde als een spiritueel bad van positieve energie. Als een kokoscappuccino met banaanbrood op een zonnige dag. (Ik schreef bijna ‘regenachtige dag’, maar dat klopt dus niet. Zij is zonneschijn bovenop zonneschijn.)
Ik kon me haar goed voorstellen als de manager waarvoor ik keihard zou lopen. Als zij de doelen stelde dan haalde ik de resultaten. En als zij mijn manager was dan zou ik waarschijnlijk dromen van een affaire op het werk.