Het enige wat ik tijdens het chatten over de Visser te weten was gekomen, was dat ze in Oostenrijk woonde en hoopte dat ik genoeg reden was om naar Nederland te komen. Toen ze dat laatste voor de tweede keer schreef, maakte het iets in me los wat ik nog nooit eerder bij iemand had gehad. De vraag of ze een faker kon zijn. Want hoe weet je dat van iemand? Ik zou denken dat een faker juist wél een gesprek lopende kan houden. Als dat klopte dan was zij geen faker, want er kwam helemaal niets van de grond. Of was ze wel een faker? Ik wist het niet. Had ik haar eigenlijk wel gevraagd iets over zichzelf te vertellen? Ook dat wist ik even niet meer.
‘What kind of work do you do or would like to do?’ vroeg ik.
‘I’m in the military. I fly, check and fix the aircraft. Good evening hope you have had dinner already.’
Ik kreeg een deja vu. Net zoals toen ik haar voor het eerst vroeg wat haar naar Nederland had gebracht (toen ik nog dacht dat ze zich op 30km afstand van mij in Nederland bevond), gaf ze keurig antwoord, ging er verder niet op door, maar gooide er een openingszin/begroeting achteraan. Dit keer vroeg ze niet hoe het ging, maar groette ze me goedenavond, gecombineerd met de hoop dat ik al gegeten had. Wat op dit tijdstip een ‘logische wens’ was. Zeker. Het was me alleen onduidelijk of het een ongebruikelijke begroeting was of een poging tot een gesprek. ‘Goedenavond, ik hoop dat je al gegeten hebt.’ Mij enthousiasmeert dat niet om te antwoorden. Maar vooruit, dacht ik. Niet over nadenken, gewoon iets terugschrijven. Ik schreef haar twee berichtjes terug.
‘Oh wow you’re in the military. Must be tough! Is it?’
‘Yes I have eaten. I had dinner in a restaurant with a friend, so that was perfect. Do you like going out for dinner?’
De Visser antwoordde: ‘Yes I like to eat out sometimes.’
Als ze iets uitgebreider had geantwoord dan was er een haakje voor een gesprek ontstaan. Of als ze uit zichzelf een vraag had gesteld, want zij wist ook niets van mij. Ik kreeg ook niet het idee dat ze zich daar voor interesseerde. Kon het militaire beroepsdeformatie zijn? Waren vragen voor haar iets waarop je sec antwoord gaf, maar niet echt op doorging? Ik had in ieder geval geen zin om een nieuwe vraag te stellen en haakte af, voor de zoveelste keer.
In de vroegte van de volgende dag stuurde de Visser me een bericht: ‘Start your day with a great attitude & solid determination. You’re going to have an amazing day today. Good morning!’ Regenboog. Rode roos.
Het las als een daghoroscoop. Bombastisch, voorspellend en nergens op gebaseerd. Ik kon er niets mee.
‘Hi,’ stuurde ze me vijf uur later.
Opnieuw voelde ik iets van sympathie voor haar volhardendheid. Vooruit maar weer, dacht ik, nog één keertje. Ik schreef: ‘Hi, sorry 🙂 I was a bit busy with work today. How was your day? And what are you looking for on the dating app?’ Toch nog een vraag proberen.
De Visser: ‘Well I want to meet someone I can have a good communication with, I am lonely hope to find someone to confide in, could be friend, dating or relationship.’
Ik: ‘Yes I can understand that of course. But wouldn’t it be nice if that person lived in Austria? Your location on the dating app is set to the Netherlands, so you will get in contact with people that live at some distance.’
De Visser: ‘That’s right but it doesn’t matter now because am no longer on that app ever since we started talking here.’
Ik las het met verbazing. Dit was iemand die zei dat ze iemand zocht ‘to confide in’. Om tegelijkertijd alleen maar ochtend- en avondwensen te doen en te vragen hoe het met de persoon of de dag gaat. Er was geen enkele connectie tussen ons, helemaal niets. Als zij daar anders over dacht dan was het uit hoop of wanhoop. En die moest dan wel heel diep zitten. Dat besef shockeerde me. Ze viste in de hoop dat iemand beet.
Ik antwoordde niet. Het ging me allemaal veel te ver. Als ze een echt persoon was dan wenste ik haar alle hulp van de wereld toe, alleen was ik niet de persoon die haar kon helpen. Wat ik wel deed was de datingapp openen om haar status te checken. Het klopte, want er stond dat ze al een paar dagen niet online was geweest. Ik wist alleen niet zeker of het waar was, want als betalend lid kun je die status ook manipuleren.
De volgende ochtend schreef ze: ‘Good morning and how was your day?’ Die avond schreef ze: ‘Are you okay?’
Ik bedacht me dat ik het misschien eens moest uitspreken en antwoordde: ‘I’m sorry, I forgot to answer! I guess it happened because I do not feel any connection.’
Zij antwoordde: ‘Because you have no interest in me that is why you don’t feel any connection. I tried to spend more time to chat with you but you don’t give back the same energy.’
Ik las het met verbazing. Ook al was ik tien keer afgehaakt, ik was er toch vrij zeker van dat ik meer interesse in haar had getoond dan zij in mij met al die begroetingen. Haar berichtjes sloegen iedere mogelijkheid tot een gesprek dood en lieten me daarom achter met de energie van een zoutzak. Zo zat het dus. We waren twee hele andere personen die de kloof tussen ons niet gingen kunnen dichtten. Blijkbaar dacht zij dat ik na vijftig daghoroscopen en wensen dat ik al gegeten had, ineens een connectie zou voelen. Blijkbaar zou zij het gevoel hebben dat ik interesse in haar had, wanneer ik diezelfde energie in ons contact zou steken en haar bombardeerde met begroetingen en regenbogen. Misschien was het ook wel niet uit hoop of wanhoop, maar was ze gewoon extreem oppervlakkig. Dat kon ook. In dat geval was ze al helemaal niet iemand die ik wilde leren kennen.
Ik antwoordde: ‘I truly hope you meet someone and find what you’re looking for.’
De Visser: ‘Why that person can’t be you?’
Ik: ‘Because that is how it works with feelings. You feel it or you don’t feel it.’
De Visser: ‘Okay I understand, am not the kind of woman that catches your kind of feeling.’
‘Hi,’ schreef ze de volgende ochtend. Blijkbaar wilde ze het nog één keer proberen, want daarna bleef het stil.